Het woord monnik komt van het Griekse μοναχος (monachos), dat 'eenzaam' betekent en het woord μονος ("monos" : alleen). Met de aanduiding monnik wordt iemand bedoeld die vanuit religieuze overtuiging afziet van het stichten van een gezin en die voor een speciale levensinvulling kiest. Monniken wonen dikwijls bij elkaar in een klooster of abdij, waar ze een speciale dagindeling hebben die helemaal gewijd is aan oefening in en beoefening van hun religie. Er bestaan echter ook tradities waar de monniken niet bij elkaar wonen en een actief bestaan hebben in de samenleving, vaak zijn deze werkzaam in gezondheidszorg, maatschappelijk werk of onderwijs. Veel ziekenhuizen zijn gesticht door nonnen of monniken. Vandaag de dag worden verpleegkundigen in Nederland nog vaak 'zuster' of 'broeder' genoe
Het woord monnik komt van het Griekse μοναχος (monachos), dat 'eenzaam' betekent en het woord μονος ("monos" : alleen). Met de aanduiding monnik wordt iemand bedoeld die vanuit religieuze overtuiging afziet van het stichten van een gezin en die voor een speciale levensinvulling kiest. Monniken wonen dikwijls bij elkaar in een klooster of abdij, waar ze een speciale dagindeling hebben die helemaal gewijd is aan oefening in en beoefening van hun religie. Er bestaan echter ook tradities waar de monniken niet bij elkaar wonen en een actief bestaan hebben in de samenleving, vaak zijn deze werkzaam in gezondheidszorg, maatschappelijk werk of onderwijs. Veel ziekenhuizen zijn gesticht door nonnen of monniken. Vandaag de dag worden verpleegkundigen in Nederland nog vaak 'zuster' of 'broeder' genoemd: een verwijzing naar deze vroegere tijden.